Noordoost-pijler Waalbrug
De student Jan van Hoof was in de oorlogsjaren lid van de geheime Dienst Nederland en verzamelde veel informatie over de spoor-en verkeersbrug over de Waal en de daar aangebrachte explosieven. Op 18 september 1944, toen de geallieerden zich voorbereidden op de verovering van beide bruggen, wist van Hoof de explosieven, die onder de Waalbrug bevestigd waren, onschadelijk te maken.
De aanslag werd echter ontdekt door de Duitsers; uiteindelijk zijn zij niet tot vernieling van de brug overgegaan. Van Hoof kwam zelf een dag later om. Terwijl hij aanvankelijk had geweigerd als gids met een verkenningswagen mee te gaan, loodste hij die middag een wagen van de Royal Engineers door de binnenstad. Op de Nieuwe Markt, vlak bij de spoorbrug, werd deze in brand geschoten. Van Hoof overleefde, maar tijdens een gevecht en mishandeling op de hoek van de Lange Hezelstraat en de Nieuwe Markt werd hij gedood. Hij is begraven op de erebegraafplaats Vredehof, Weg door Jonkerbos 80.
Ter ere van de actie van Jan van Hoof werd op 18 september 1945 een gedenksteen geplaatst op de noordelijke pijler van de Waalbrug. Het reliëf verbeeldt Jan van Hoof terwijl hij de explosieven onschadelijk maakt. Onder de figuur staat de tekst:
'AAN JAN VAN HOOF
ZIJN MEDESTRIJDERS
18-IX-1945 O.STR.NYMEGEN'
Omdat er twijfel was over de rol van Jan van Hoof heeft een commissie van het Ministerie van Oorlog in 1949 een onderzoek ingesteld naar het vraagstuk van de redding van de Waalbrug bij Nijmegen. De belangrijkste conclusie uit het rapport luidde dat Jan van Hoof feitelijk niet kan worden beschouwd als 'de Redder' van de brug. Wel komt hem onvergankelijke eer toe voor hetgeen hij tot behoud van de brug als uitstekende daad van moed, beleid en trouw heeft verricht met inzet van zijn leven.
Ons museum bezit twee getekende ontwerpen voor deze gedenksteen.