Over kunstenaar en jaartal waarin dit gevelreliëf Bron des Levens aan de Akkerlaan 19 is geplaatst, bestaat enige onduidelijkheid. De bouwvergunning voor de Pius XII-ULO, later de I.S.K. van het Canisius College, is op 10 november 1954 verleend. Het bouwarchief meldt als bouwjaar: 1956. Waarschijnlijk is de steen in dat laatste jaar vervaardigd.
In de Gelderlander van 16 januari 1957, bij de onthulling, wordt het reliëf toegeschreven aan Jac van Rhijn.
“Behalve de mooie gebrandschilderde ramen, welke de school reeds rijk is, is dezer dagen tegen een der buitenmuren een reliëf geplaatst van de Amsterdamse beeldhouwer Jac van Rhijn. De opdracht aan de beeldhouwer hield o.m. in, dat in zijn werk iets van het pauselijk wapen moest voorkomen (dit mede gezien de naam van de school). Het reliëf stelt voor een bekken met opspringend water. Aan de rand van het bekken zit een duif met een olijftak (de vredesduif van het pauselijk wapen). Aan de andere kant van het bekken ziet men eveneens een duif. Het opspringende water stelt voor Rome als de bron van wijsheid en wetenschap, waarvan de katholieken (voorgesteld door twee duiven) zo in het bijzonder profiteren. In de linkerhoek van het bekken ziet men wederom een duif, welke de oecumenische gedachte voorstelt. Het reliëf is zeer decoratief ”.
In de brochure 'Maris en Heumen: een twee-eenheid' van Jan Brinkhoff uit 1978 is echter te lezen dat het werk van Jac Maris is. Mogelijk dat de gelijkluidende voornaam van beide kunstenaars tot deze verwarring heeft geleid.