Doordat het tentdak in het midden verhoogd is en aan vier zijden ramen bevat, was het atelier zeer geschikt voor kunstenaars.
Het oorspronkelijke blokhuis, dat Jac Maris in 1926 betrok, bestond alleen uit het huidige grote atelier.
Tot 1982 sierde een grote Piëta de zuidwand. Nadat die naar de Georgiuskerk in Heumen was gegaan, gebruikte Maris de vrijgekomen ruimte om een kleine zolderberging aan te leggen waar hij o.a. een boekenkast met stalen profielen plaatste.
Het atelier ademt nog de sfeer van Jac Maris, z’n kunst en z’n leer. Zijn bijzondere verwondering was het blokdak, vierkant van glas. Het licht, dat nooit hetzelfde blijft, de lucht, die steeds weer anders drijft. De inval van elke zonnestraal zette zijn inspiratie om in praal. Hij maakte er oorlogsmonumenten, beeldende wezens en ornamenten. Overal tussen bomen en in muren vind je zijn reliëfs en sculpturen. Zijn kwetsbaarheid ligt in elk beeld hij heeft er ambachtelijk mee gespeeld. (Charlotte Selten-Litmaath)