Keramiek met bruine glazuur, h. 128 cm, ges. l.o. Jac Maris (ingemetseld in noordelijke buitengevel)
Op deze moeilijk te duiden compositie staat een gekruisigde Christus centraal.
Mogelijk een symbolische afbeelding van de eucharistie, dat is de eredienst van de katholieke kerk.
De twee handen onderaan zijn dan de offerende handen van de priester die in de dienst,
de heilige mis, het kruisoffer van Christus herbeleeft, dat daarboven is weergegeven.
Tussen de handen zien we de geketende mens die gebukt gaat onder de erfzonde,
daarboven vier mensen die hun bevrijding danken aan de kruisdood van Christus die daarboven is uitgebeeld.
Weer een register hoger louterend vuur waaruit ook een geboeide figuur oprijst.
Helemaal bovenin een haan in een gezicht, dat zal een verwijzing zijn naar Petrus die Christus verraadde voordat de haan driemaal kraaide.
De compositie, waarvan de stijl doet veronderstellen dat het eind jaren veertig is,
kan samenhangen met Het offer, een werk dat Jac Maris in 1950 inzond naar een tentoonstelling van christelijke kunst in Rome.
Een journalist die het in 1950 zag vond het raadselachtig-symbolisch,
maar in De Gelderlander van 1952 stond:
Het offer, majolica, een jonge Christusfiguur ontstijgt met geheven handen aan de handen van een offerende priester,
symbool van de offerende mensheid.
Het was niet ongewoon om de eucharistie te verbeelden met twee biddende priesterhanden en een Christus-aan-het-kruis.
Maris zelf had het gedaan in een bidprentje dat hij rond 1931 ontwierp voor de kunsthandel Sier Uw Huis in Nijmegen.