Brons, h. 28,3 cm, op achterzijde 'Johannes IV'
Een compositie in positief en negatief: de vissen zijn uit-gespaard terwijl het water driedimensionaal is.
Aan de achterzijde staat 'Johannes IV', dat is de evangelietekst waarin Jezus zegt, tijdens zijn ontmoeting met de Samaritaanse vrouw bij de put: Ik ben het levende water.
Jac Maris heeft verschillende kunstwerken gemaakt met vissen en water als motief: in het midden van de jaren 60 een compositie in keramiek met vissen voor een MTS in Apeldoorn;
in 1968 een grootformaat werk in epoxy getiteld Het levende water voor een katholieke kerk in Heiloo;
in 1972 een werk in staal, met vissen, voor een basisschool in Ermelo;
in 1978, weer in staal, voor de christelijke basisschool in Beneden-Leeuwen.
Als dit werk een van de ontwerpen is die Maris zijn opdrachtgevers toen voorlegde, is het dus uit de jaren 1965-1978.
De vis is een symbool van Christus, want het Griekse woord ICHTHUS (vis) wordt gebruikt als afkorting van
IESOU CHRISTOU THEOU HUIOS SOTÈR (Jezus Christus, zoon van God, redder).
Verder herinnert de vis eraan dat Jezus tegen Petrus, die aanvankelijk een gewone visser was, zei, dat hij nu mensenvisser was.
Vandaar dat ook op de opleiding tot dominee aan de protestants-christelijke theologische universiteit van Apeldoorn een werk met vissen is te vinden, en ook dat is van de hand van Maris.
Die compositie is echter geheel anders dan deze uit ons museum.